Intern reglement

Consulteer het in detail.

Het museumpersoneel, herkenbaar aan een badge, is verantwoordelijk voor de ontvangst, de informatieverstrekking en het goede verloop van het bezoek en de veiligheid van de personen, de eigendommen en de gebouwen. Het is verantwoordelijk voor de handhaving van onderhavig reglement en staat onder hiërarchisch gezag.

 

TITEL I – TOEPASSINGSGEBIED

 

ARTIKEL 1: Onderhavig reglement is van toepassing op individuele bezoekers of groepen, op personen die bevoegd zijn om de ruimten te gebruiken voor tentoonstellingen, en op personen buiten de diensten die om professionele redenen in de instellingen aanwezig zijn.

 

TITEL 2 – TOEGANG TOT HET MUSEUM EN ZIJN DIENSTEN

 

ARTIKEL 2: Het museum is geopend volgens gemeentelijk besluit. De Stad behoudt zich het recht voor om de openingsuren van de musea te wijzigen in functie van activiteiten, occasionele evenementen, of een concrete gebeurtenis.

In geval van absolute noodzaak van dienstverlening of om veiligheidsredenen kan onverwachts worden overgegaan tot de gehele of gedeeltelijke sluiting van de musea, zonder dat dit tegenover het publiek hoeft te worden verantwoord.

 

ARTIKEL 3: Ongeveer dertig minuten voor sluitingstijd is het niet langer toegestaan het museum te betreden, en de zalen van de instellingen worden gradueel ontruimd vanaf een kwartier voor sluitingstijd.

ARTIKEL 4: De verschillende tarieven, reducties of vrijstellingen die van toepassing zijn, worden vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad en bij decreet. Het is verboden om fooien te geven.

 

ARTIKEL 5: Om toegang te krijgen tot het museum en er zich te verplaatsen moet men in het bezit zijn van een toegangsbewijs, verstrekt door de verkoopbalie  van de instelling.

Bezoekers moeten in het bezit blijven van dit toegangsbewijs, dat te allen tijde moet kunnen  getoond worden. Het aanvaarden van het toegangsbewijs impliceert het aanvaarden van het intern reglement.

ARTIKEL 6: In de instelling worden specifieke voorzieningen aangebracht zodat personen met een handicap zich makkelijker kunnen verplaatsen. Het volstaat om bij het onthaal te informeren om hiervan te genieten. Daar geeft men ook info over het respecteren van de gebruiksvoorwaarden. Zelfs gemotoriseerde rolstoelen zijn toegestaan. Over het algemeen is elke veroorzaakte schade ten laste van de verantwoordelijke persoon.

 

ARTIKEL 7: Het is verboden om in de instellingen voorwerpen binnen te brengen die een risico vormen voor de veiligheid van personen, werken en gebouwen; in het bijzonder:

. wapens en munitie;

. scherpe of potentieel gevaarlijke voorwerpen;

. explosieve, ontvlambare of vluchtige stoffen;

. elk zwaar, omvangrijk of stinkend voorwerp;

. dieren, met uitzondering van geleidehonden.

 

Afhankelijk van het gevaarniveau van het antiterreurplan Vigipirate kunnen de beveiligingsmaatregelen worden versterkt.

Personen die weigeren om zich te conformeren aan de maatregelen van dit artikel wordt de toegang tot het museum ontzegd.

Om veiligheidsredenen kan het personeel een tas of pakket van een bezoeker openen alvorens toegang tot het museum te verlenen, al naar gelang de regels in voege.

Het (geïdentificeerde) personeel kan een bezoeker die weigert aan dit verzoek te voldoen, de toegang tot de instellingen weigeren. Het museum staat onder videobewaking.

 

TITEL III – BEWAARGEVINGEN[S T11]  – BAGAGEDEPOTS – GEVONDEN VOORWERPEN

 

ARTIKEL 8: Spullen van leerlingen worden achtergelaten bij het onthaal, maar dit geldt uitsluitend voor schoolgroepen. Ze moeten nog dezelfde dag voor de sluiting van de instelling worden verwijderd. Voorwerpen die bij sluiting niet zijn verwijderd, worden drie dagen aan het onthaal bewaard en daarna overgebracht naar het gemeentelijk politiebureau.

 

ARTIKEL 9: Men heeft pas toegang tot de zalen als men volgende voorwerpen in het verplicht bagagedepot aan het onthaal achterlaat:

. wandelstokken en krukken zonder rubberen uiteinden;

. sportieve wandelstokken;

. paraplu's, tenzij ze opgevouwen kunnen worden;

. elk ander puntig, scherp of stomp voorwerp;

. fiets- of motorhelmen;

. rollerskates, skateboards enz.

De medewerkers en de directie kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor het verdwijnen van deze gedeponeerde voorwerpen.

Fietsen en steps moeten buiten het museum worden vastgemaakt.

 

ARTIKEL 10: Bewaargevingen van schoolgroepen gebeuren op eigen risico van de bewaargevers. De Stad wijst alle aansprakelijkheid af in geval van diefstal of beschadiging. Ze kan niet verantwoordelijk worden gehouden, behalve als haar fout aangetoond kan worden (fout van het personeel en/of dysfunctie van de dienst); het is aan de bewaargever om dit aan te tonen.

 

ARTIKEL 11: Bewaargevingen worden ontvangen binnen de limiet van de opvangcapaciteit. Bij elke bewaargeving ontvangt de bezoeker een ticketnummer dat overeenkomt met zijn voorwerp.

 

ARTIKEL 12: De in het museum gevonden voorwerpen worden teruggebracht naar het onthaal en na een periode van drie dagen overgebracht naar het gemeentelijk politiebureau.

 

TITEL IV – ALGEMEEN GEDRAG VAN DE BEZOEKERS
 

ARTIKEL 13: Telefonische communicatie, consumptie van voedsel, drank, tabak en elektronische sigaretten zijn verboden.

 

ARTIKEL 14: Elke handeling die de veiligheid van de werken en/of personen, alsook de goede omstandigheden voor een bezoek ondermijnt, is verboden.

Om de rust te bewaren die nodig is voor het bezoek aan de zalen en om de evenementen die daar worden georganiseerd goed te laten verlopen, wordt de bezoekers verzocht geen storend gedrag te vertonen door hun houding, kleding of uitlatingen.

Om incidenten, ongevallen of schade aan de werken te vermijden, is het verboden:

. een ongepaste houding te hebben jegens of opmerkingen te richten tot het personeel of een andere persoon die in de instelling aanwezig is;

. de werken, versieringen of andere museuminrichtingen aan te raken;

. te leunen op vitrines, sokkels en andere presentatie-elementen (infotafels, enz.);

. de afbakeningen die bedoeld zijn om het publiek op een afstand te overschrijden;

. graffiti, inscripties, merktekens of vuil aan te brengen, waar dan ook;

. houtskool, pastel, aquarel, stiften enz. te gebruiken, tenzij toegestaan in het kader van de workshop;

. deuren en ramen te openen of te sluiten, behalve als er een instructie is betreffende de veiligheid van personen;

. noodtoestellen zonder reden te manipuleren (blussers, brandslangen, wapenkasten, enz.);

. op blote voeten te lopen, met ontbloot bovenlijf rond te lopen enz.: correcte kleding  is vereist;

. op de banken of op de grond te liggen;

. de beweging van bezoekers te belemmeren en doorgangen en uitgangen te belemmeren, met name door op de trap te zitten;

. te rennen, duwen, glijden of klimmen;

. papier of afval op de grond te gooien, kauwgom te gooien of te plakken;

. onder invloed de instelling te betreden;

. te (e-)roken, eten of drinken in de instellingen (jonge kinderen mogen een flesje drinken);

. een kind op zijn schouders te dragen;

. minderjarige kinderen zonder toezicht te laten;

. persoonlijke spullen achter te laten, al is het maar voor even; elke gesloten of achtergelaten tas, bagage of pakket kan om veiligheidsredenen onmiddellijk worden vernietigd, zonder kennisgeving door de bevoegde autoriteiten; 

. zijn gezicht in de publieke ruimte te verbergen; deze instructie is niet van toepassing op mensen die ziek zijn of een chirurgisch masker moeten dragen;

. financiële of andere transacties uit te voeren, behalve aan de kassa's of verkoopbalies.

 

Afwijkingen kunnen met name gelden voor blinden of slechtzienden of vrouwen die hun kind borstvoeding willen geven. Dit laatste kunnen ze op discrete wijze doen. In de toiletruimte op de benedenverdieping is een ruimte ingericht voor het verschonen van luiers.

 

ARTIKEL 15: Elk vermist kind wordt toevertrouwd aan een museummedewerker, die het begeleidt naar het onthaal. Als het kind zich niet binnen een redelijke termijn bij zijn familieleden heeft gevoegd, verwittigt een verantwoordelijke het dichtstbijzijnde politiebureau.

Kinderen tot 14 jaar moeten verplicht worden begeleid door een volwassene.

 

ARTIKEL 16: Elke enquête, elke opiniepeiling van bezoekers moet vooraf worden goedgekeurd door de museumdirectie.

 

ARTIKEL 17: Volgens de wet 2010-1192 van 11 oktober 2010 en die van 11 april 2011 zijn godsdienstige en religieuze praktijken of elke vorm van bekeringsdrang verboden in de instelling.

 

ARTIKEL 18: Bezoekers zijn verplicht de aanbevelingen op te volgen en de instructies te respecteren die hen door het personeel worden meegedeeld. Zo niet kunnen ze een bevel krijgen om het pand te verlaten, wat ze dan ook onmiddellijk moeten doen.

 
TITEL V – VEILIGHEID VAN PERSONEN EN GOEDEREN
 

ARTIKEL 19: Het publiek wordt geïnformeerd dat het museum om veiligheidsredenen beschikt over een videobewakingsinstallatie en dat er van hen video-opnames gemaakt kunnen worden.

 

ARTIKEL 20: Elk ongeval of elke ziekte die zich in het museum voordoet, moet worden gemeld aan het toezichthoudend personeel.

Als een arts, een verpleger, een EHBO-er die deel uitmaakt van de bezoekers intervenieert, dan wordt hem gevraagd zijn beroepskaart of machtiging te tonen en bij de patiënt of de gewonde te blijven tot die geëvacueerd wordt. De zorgverlener wordt verzocht zijn/haar naam en adres achter te laten bij de museummedewerker die in het pand aanwezig is.

 

ARTIKEL 21: In geval van brand of elke andere gebeurtenis die evacuatie vereist, dienen bezoekers de instructies van het personeel op te volgen.

Als de evacuatie van het pand noodzakelijk is, moet deze kalm en in overeenstemming met de bovengenoemde instructies worden uitgevoerd.

 

ARTIKEL 22: Tijdens de openingsuren van de instelling mag geen enkel werk worden verwijderd of verplaatst in aanwezigheid van het publiek, elke bezoeker die getuige is van de verwijdering van een werk wordt uitgenodigd alarm te slaan. Op grond van artikel R 642-1 van het Wetboek van Strafrecht is iedereen verplicht het museumpersoneel bijstand te verlenen wanneer de hulp van bezoekers verreist is.

Bij een poging tot diefstal kunnen de alarmvoorzieningen leiden tot het afsluiten van de toegang en het controleren van de uitgangen, zodat de gebruikelijke onderzoeken  uitgevoerd kunnen worden.

In geval van overmatige drukte, ongeregeldheden en elke situatie die de veiligheid van personen of goederen in gevaar kan brengen, kan het etablissement geheel of gedeeltelijk worden gesloten.

 

ARTIKEL 23: Voor elk evenement moet een overeenkomst opgemaakt worden. De interne diensten zullen geval per geval een 'veiligheidsanalyse' uitvoeren.


TITEL VI – BEPALINGEN MET BETREKKING TOT SAMENGESTELDE GROEPEN
 

ARTIKEL 24: Groepsbezoeken worden onder de verantwoordelijkheid geplaatst van een lid van de groep, dat zich ertoe verbindt de voorwaarden van dit reglement te doen handhaven. Hij is het enige aanspreekpunt voor het onthaal en is verantwoordelijk voor het ophalen, aan het onthaal, van de toegangsbewijzen voor alle deelnemers.

 

ARTIKEL 25: De grootte van elke groep (max. 10 personen) wordt bepaald door de museumdirectie, in functie van de opvangcapaciteit. Een groep die zonder reservering toekomt, kan afhankelijk van het aantal individuele bezoekers of het aantal verwachte groepen, de toegang tot een instelling worden geweigerd.

Bezoekers in groepen dienen de doorstroming van de andere bezoekers  te respecteren. Afhankelijk van het aantal bezoekers kan gevraagd worden om groepen op te splitsen om de doorstroming van andere bezoekers te vergemakkelijken.

 

ARTIKEL 26: Een groepsbezoek mag niet worden begeleid door een spreker van buiten het museum die zonder voorafgaande toestemming in het museum het woord neemt. 

 

ARTIKEL 27: We herinneren eraan dat het verboden is om een versterkte geluidsinstallatie (megafoon, hygiafoon, microfoon, enz.) te gebruiken om groepen te begeleiden.

 

ARTIKEL 28: Het is mogelijk dat groepen een door het museum ter beschikking gestelde koptelefoon moeten gebruiken om de geluidsoverlast voor de rest van het publiek dat in de museumruimte aanwezig is te verminderen. 

TITEL VII – BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE WORKSHOP-CYCLI

ARTIKEL 29: Schoolgroepen worden begeleid door minstens één leerkracht die belast is met de begeleiding van de leerlingen. Tijdens een workshop is de cultureel mediator enkel in het kader van zijn workshop verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerlingen.

 

ARTIKEL 30: Kinderen die individueel door hun ouders voor een workshop zijn ingeschreven, vallen onder de verantwoordelijkheid van de cultureel mediator wat betreft de veiligheid van de activiteiten die als onderdeel van de workshop worden aangeboden.

 

ARTIKEL 31: De ouders of personen die verantwoordelijk zijn voor het minderjarige kind verplichten zich ertoe, via het inschrijvingsformulier voor de workshop, op tijd aanwezig te zijn aan het onthaal bij aanvang en eindtijd van de workshop, en hun telefoonnummers te verstrekken (voor noodgevallen). 

 

ARTIKEL 32: Indien nodig zal een onthaalmedewerker het kind toevertrouwen aan de gemeentepolitie.

TITEL VIII – BEPALINGEN MET BETREKKING TOT EXTERNE PARTNERS
 

ARTIKEL 33: Externe partners moeten zich voegen naar dit reglement en geïdentificeerd worden door een badge of door enig ander nuttig middel.

 

Elke partner (journalist, fotograaf, lid van een vereniging, een bedrijf, enz.) moet worden geïdentificeerd met een badge die hem aan de onthaal wordt overhandigd, en moet een schriftelijk akkoord van de museumdirectie voorleggen. 

Externe partners moeten hun verzoek minimaal een week van tevoren hebben ingediend.

 

TITEL IX – PROTOCOL VOOR TOEGANG TOT DE ZALEN TIJDENS DE OPBOUW EN AFBOUW VAN TENTOONSTELLINGEN

 

ARTIKEL 34: Tijdens de op- of afbouw van tentoonstellingen of voor dienstdoeleinden kunnen bepaalde museumzalen voor het publiek worden gesloten. De toegang tot bepaalde ruimtes kan ook worden beperkt.

Personeelsleden moeten met alle nuttige middelen worden geïdentificeerd.

Alleen personeelsleden die bevoegd zijn om in deze ruimtes rond te lopen, zijn bevoegd ze te betreden.

 
TITEL X – BEPALINGEN MET BETREKKING TOT FOTO'S EN KOPIISTEN
 

ARTIKEL 35: In de zalen met de permanente collecties mogen de werken gefotografeerd worden, zonder statief en zonder flits, en alleen voor privégebruik van de persoon die de beelden maakt. De museumdirectie wijst alle verantwoordelijkheid af met betrekking tot welk niet-bekendgemaakt commercieel gebruik ook.

In de zalen waar tijdelijke tentoonstellingen worden gepresenteerd, is fotografie verboden, tenzij anders aangegeven bij het museumonthaal en/of op uitdrukkelijk verzoek van de museumdirectie. Aanvragen dienen minimaal een week van tevoren worden ingediend.

Het intellectuele eigendom van de werken moet worden gerespecteerd.

 

ARTIKEL 36: Voor de bescherming van de werken alsook voor het comfort van de bezoekers is het gebruik van flitsen, lampen en andere verlichtingstoestellen verboden, behoudens voorafgaande toestemming van de museumdirectie.

 

ARTIKEL 37: Het is verboden de technische installaties en uitrusting te fotograferen of te filmen.

 

ARTIKEL 38: Voor elke opname, zijnde een film-, foto- of geluidsopname, waarvan het personeel en het publiek het onderwerp zouden kunnen zijn, is naast de toestemming van de directie van het museum ook die van de belanghebbende partijen vereist.

 

ARTIKEL 39: Onverminderd wat in het vorige artikel werd bepaald, is professionele fotografie, het draaien van films, het opnemen van radio- en televisieprogramma's, voor commerciële of promotionele doeleinden, onderworpen aan specifieke voorschriften en aan een voorafgaand schriftelijk verzoek gericht aan de museumdirectie, binnen een redelijke termijn. De teams die verantwoordelijk zijn voor de film- of geluidsopnames moeten de voorwaarden waaronder de toestemming aan hen wordt verleend strikt respecteren en dit reglement naleven.

 

ARTIKEL 40: Voor het maken van kopieën van werken van de instellingen is toestemming van de museumdirectie vereist. De begunstigden zijn verplicht dit reglement na te leven en te voldoen aan de specifieke vereisten die hen werden meegedeeld, met name met betrekking tot de bescherming van te kopiëren werken en eventuele reproductierechten.

 
TITEL XI – TERBESCHIKKINGSTELLING VAN DE TENTOONSTELLINGSZAAL
 

ARTIKEL 41: De tentoonstellingen in het museum moeten een wetenschappelijke waarde hebben die verband houdt met het culturele project van het museum. 

Elke tentoonstelling is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de museumdirectie en van de gemeenteraad. Voor elk gebruik wordt een contract van terbeschikkingstelling van de ruimte opgesteld: daarin staan de uren en dagen van beschikbaarheid, evenals de naam van de persoon die is aangewezen als verantwoordelijke,[S T37]  die ook de ondertekenaar van het contract zal zijn.

 

ARTIKEL 42: De planning voor het gebruik van de tentoonstellingszaal  wordt beheerd door de museumdirectie.

 

Om het gebruik van zalen en ruimtes te optimaliseren, moet de volgende procedure in acht worden genomen:

Elke aanvraag voor zaalreservering moet per post of per e-mail worden verzonden:  accueil-museal@lessaintesmaries.fr.  De persoon die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de museumsite moet de beschikbaarheid controleren. De aanvrager ontvangt een antwoord.

 

ARTIKEL 43: De directie is verplicht al het mogelijke te doen om de  veiligheid van de tentoongestelde goederente verzekeren. 

 

ARTIKEL 44: Op de tentoongestelde werken mogen geen prijzen worden vermeld. Het mag niet om een commerciële tentoonstelling gaan. Indien het publiek inlichtingen wenst in te winnen rond de aankoop van een werk, zal de informatie aan het onthaal verstrekt worden.

 

ARTIKEL 45: Tussen de huurder van de tentoonstellingszaal en de directie kan een overeenkomst worden gesloten om afgeleide producten te creëren of te verkopen, die aan de onthaal van het museum te koop worden aangeboden.

 

TITEL XII - TICKETS EN WINKELS


ARTIKEL 46: Tarieven

De verkoopprijzen zijn de prijzen die getoond worden in de museumwinkel.

 

ARTIKEL 47: Betaling

– In de museumwinkel worden de volgende betaalmethoden  aanvaard:  bankkaarten, cheques en contant geld. Voor elke betaling per cheque wordt de klant gevraagd om een identiteitsbewijs voor te leggen. Boven € 500 zijn twee identiteitsbewijzen vereist.

 

ARTIKEL 48: Geschillenbeslechting:

 

– De partijen verbinden zich ertoe hun uiterste best  te doen om eventuele meningsverschillen over de uitvoering of interpretatie van dit reglement op te lossen.

– De algemene voorwaarden en elke bestelling worden geregeld door het Franse recht.

– Elk geschil waarvoor geen minnelijke schikking kan gevonden worden, zal worden voorgelegd aan de rechtbank van Aix-en-Provence, wiens beslissing bindend zal zijn.